Voor de tweede keer zie ik hem een stap achteruit maken als hij het woord ‘oplossing’ gebruikt.
“Weet je waarom je achteruit stapt?”, vraag ik hem.
“Omdat ik onzeker ben?”, zegt hij vragend.
“Ik denk het ook. Niet in het algemeen, maar rondom de vraag of jouw afdeling inderdaad oplossingen biedt,” zeg ik.
Ik zie hem nadenken. Het duurt even voordat hij langzaam zegt: “Ja, dat zou wel eens kunnen kloppen.”
“Probeer eens bewust stil te staan als je het over ‘oplossingen’ hebt”, stel ik voor. “Kijk wat dat doet met je”.
Met een grote smile zegt hij even later: “Oh, dat voelt anders. Veel zekerder. Ook dat we wel degelijk oplossingen kunnen bieden.”
Maar een paar zinnen later gaat het opnieuw over oplossingen. Stap-voor-stap werkt zijn afdeling toe naar oplossingen. Met zijn handen maakt hij stap-voor-stap gebaren voor zijn lijf. Elke stap is verder van zijn lijf af. En daarna komt hij aan bij de oplossing. Met volledig gestrekte armen, een beetje vooroverleunend, eindigt hij in het woord ‘oplossing’.
Ik moet er een beetje om lachen. “Heb jij ook het gevoel dat de oplossing letterlijk buiten handbereik is?”
Hij lacht mee en we maken de stap-voor-stap gebaren een stuk kleiner, zodat als hij bij de oplossing komt, die wel comfortabel voelt. En letterlijk binnen handbereik is.
“Wat merkwaardig is dit”, zegt hij.
“Dit is iets wat ik heel veel bij mijn cliënten zie”, zeg ik. “Wat je denkt, vertaalt zich in je lichaam. En wat je lichaam doet, vertaalt zich dan ook weer in hoe je denkt. Dat idee van een strikte scheiding tussen lichaam en geest dat nog uit de Oudheid komt, bestaat in werkelijkheid niet. Ook de wetenschap is er inmiddels wel van overtuigd dat er een mind-body connection is. En dat is wat je hier ervaart.
Dat betekent voor jou, dat als je de komende dagen gaat oefenen en je blijft struikelen over dit stukje over oplossingen, dat je het woord ‘oplossingen’ zult moeten vervangen. Want kennelijk geloof je daar niet in. En dat straal je uit in je lichaam. Dat is een lijflek.”
Als we een paar dagen later de video van de generale repetitie bekijken, is het helder. Het gaat heel goed, tot hij weer over oplossingen begint te praten. Dan moet hij op zijn spiekbriefje kijken en begint hij zinnen te herhalen.
Hij concludeert zelf: “Ik denk dat ik stukje toch maar moet herschrijven.”
Ik ben het helemaal met hem eens. Want een perfecte pitch is er één die niet alleen 100% aansluit op je publiek, maar ook eentje die 100% bij jou past. En dat betekent dat elk woord moet kloppen. En elk gebaar moet aansluiten.
Foto: Tycho Muller Photography